maandag 22 juni 2009

Netgeneratie?


Virtuele werelden in het hoger onderwijs. Veel mensen zijn er druk mee. Waarom eigenlijk? Waarom is het noodzakelijk om ons oude vertrouwde traditionele onderwijs aan te passen, het werkt toch prima zo? Je gaat naar je college (soms), je luistert naar wat de docent je te vertellen heeft deze week (of naar je i-pod), je schrijft dit op (of kopieert het van je mede studenten), leert dit uit je hoofd en weer een vak gehaald! Niks mis mee, of toch wel….

Mijn eerste dagen bij SURFnet ben ik voornamelijk op zoek geweest naar redenen waarom we virtuele werelden zouden moeten gaan gebruiken binnen het hoger onderwijs, waarom het nodig is dat we het onderwijs zoals wij dat kennen zouden veranderen naar een nieuwe en wellicht verbeterde formule. Na een initieel literatuur onderzoek vond ik een belangrijke factor: De Netgeneratie.

Deze nieuwe generatie studenten groeit op met internet, computergames en het gebruik van social networking sites zoals het populaire hyves en facebook. Naast de naam ‘netgeneratie’, afkomstig van Veen & Jacobs in 2004 zijn er nog andere benamingen voor deze generatie. Howe & Strauss hebben het al in 1991 over de millenials en Marc Prensky spreekt over digital natives en immigrants. Hij benoemt hiermee een verschil in vaardigheden en bekendheid met ICT. Digital immigrants leren op latere leeftijd omgaan met diverse nieuwe media terwijl de natives dit met de paplepel krijgen ingegoten.

In de literatuur die ik heb gelezen over de netgeneratie worden diverse eigenschappen toegedicht aan de beroepsbevolking van de toekomst. Zo stellen Oblinger & Oblinger in een artikel dat de netgeneratie sneller werkt, socialer is, kan multitasken en een voorkeur heeft voor visueel communiceren. In een ander artikel stelt John Seely Brown dat de netgeneratie graag leert door te doen.

In mijn gedachten was mijn onderzoek al bijna klaar. Niks was makkelijker dan de eigenschappen van de netgeneratie naast de eigenschappen van virtuele werelden te leggen, ze met elkaar te vergelijken en een conclusie te trekken over de noodzaak van virtuele werelden in het onderwijs. Helaas voor mij heeft het niet zo mogen zijn. Kort na mijn ontdekking van de netgeneratie kreeg ik een scriptie van een mede student onder ogen die het bestaan van de netgeneratie bediscussieerde. Robert Langeweg concludeerde uiteindelijk dat de vaardigheden die aan de netgeneratie worden toegekend bij te weinig jongeren aanwezig waren om over de kenmerken van een generatie te spreken. Alhoewel Robert’s onderzoek te summier was om zulke conclusies aan op te hangen was mijn goede gevoel over mijn eigen onderzoek al aardig afgezwakt. Steeds meer literatuur leek het bestaan van de netgeneratie tegen te spreken, zodat ik uiteindelijk heb moeten besluiten dat dit niet het uitgangspunt is om mijn onderzoek op te baseren.

Ook al is het bestaan van een netgeneratie, of digital natives zeer omstreden, of misschien zelfs al wel geheel tegengesproken, toch blijf ik er aan denken. Een van de vakken die ik volgde tijdens mijn studie, met de geweldige naam Technobodies in Cyberspace, was gericht op de impact en invloeden van technologie op ons lichaam en onze omgeving. We kunnen niet ontkennen dat al deze nieuwe technologieën en nieuwe vormen van communicatie hun uitwerking hebben op ons, onze omgeving en hoe wij leven. We kunnen misschien niet spreken over een nieuwe generatie, maar dat wil niet zeggen dat we niet aan het veranderen zijn. Tevens blijft het wel een feit dat de meeste nieuwe technologieën weldegelijk bij jongeren bekend zijn, en het daarom makkelijker is om dit ook in het onderwijs te verwerken dan dat dit vroeger kon.

Maar goed, ik blijf voorlopig nog wel even lezen over dit onderwerp….

1 opmerking:

  1. Beste Suzan,
    Als je in dit onderwerrp geinteresseerd bent zou je het promotie onderzoek van Antoine van den Beemt (http://www.antoinevandenbeemt.nl/) kunnen volgen. Zijn onderzoek heeft ook dit thema als onderwerp.

    BeantwoordenVerwijderen